Organisaties kunnen fundamenteel van elkaar verschillen We kennen typische productiebedrijven waar de wereld van de materie overheerst. Denk aan de staalindustrie, slachterijen en bijvoorbeeld een koekjesfabriek. Zij functioneren in de wereld van de materie, streven traditioneel naar evenwicht en stabiliteit. Vergelijk dat met dienstverlenende organisaties die als een levend organisme functioneren, zichzelf ontwikkelende, open systemen kennen en in verbinding staan met hun omgeving. In de huidige complexe en dynamische maatschappelijke en economische context zien we verschillende trends op elkaar inwerken. Snelle economische en maatschappelijke veranderingen kenmerken de wereld van nu. Zij bepalen de omgeving waarin management en leidinggeven plaatsvinden.
Om te laten zien wat speelt, zetten we klassieke en moderne organisatiewijzen beknopt naast elkaar:
Deze ontwikkelingslijnen, die in de onderzoeken en studies van de Harvard Management en Businessschool al zijn beschreven, hebben in de huidige tijd van technologische veranderingen en digitalisering niets van hun geldigheid verloren. In tegendeel, ze zijn belangrijker dan ooit. De moderne organisatie vraagt een professionele ontwikkeling van allen die binnen een organisatie werken. Management, leidinggeven, verantwoordelijkheid nemen zijn in de totale organisatie niet alleen voorbehouden aan de top, of de bovenste lagen maar spelen een rol in alle werkgebieden en alle niveaus van de organisatie.
De noodzaak om te bewegen wordt steeds groter. Eenvoudige en ongeschoolde arbeid is er steeds minder. Deze trend wordt door de digitalisering nog versterkt. Een commando en control stijl van leidinggeven past steeds minder. Leidinggevenden dienen veel meer vanuit een visie op de organisatie en haar bestaansrecht te coördineren, medewerkers te betrekken en te motiveren, te verduidelijken, ondersteunen en bemiddelen, ruimte te scheppen en blokkades op te heffen.
De complexiteit van de totale situatie betekent dat afzonderlijke leidinggevenden minder nog dan in het verleden alles kunnen overzien. In de integrale samenwerking van alle betrokkenen ligt de sleutel tot succes. Iedereen neemt verantwoordelijkheid. Iedereen denkt mee. Iedereen werkt met iedereen samen. Dit vraagt een efficiënt functionerend netwerk van contacten.
In steeds meer sectoren en branches worden daaraan gerelateerde werkwijzen toegepast. Productiebedrijven die oog hebben voor hun toekomst en de maatschappelijke omgeving waarin zij functioneren, gaan in een aantal opzichten in hun functioneren steeds meer lijken op dienstverlenende organisaties. Soms werkt een crisis daarin louterend.
Hans de Jong, president van Philips Nederland geeft dat in een recent interview in De Stentor treffend aan op de vraag of de coronacrisis nog van invloed is geweest op zijn rol als bestuursvoorzitter: ‘Zeker. Mijn rol is veranderd. Ik ben veel meer ondersteunend als directief. ” En: ‘Ik besteed nu veel meer tijd aan de mensen en de vraag hoe we ze kunnen helpen en ondersteunen. Daar leren we veel van en er vloeit ook nieuw beleid uit voort.’ Uit het interview komt een beeld naar voren van een snel en actief lerende, open organisatie die in verbinding staat met zijn omgeving: ‘Tegenwoordig ontwikkelen we steeds meer in co-creatie. Apparatuur ontwikkelen we bijvoorbeeld met ziekenhuizen en in samenspraak met patiëntenorganisaties.’ Ook voor de heer De Jong zelf is er wat veranderd: ‘Ik zie door de crisis hoeveel veerkracht er in mensen zit. Voor mij als leider is de vraag: hoe creëer ik de omstandigheden waarin mensen het beste kunnen gedijen.’